Mevr. P vd H
Anderhalf jaar geleden kreeg ik tijdens een volleybaltraining een bal tegen mijn hoofd, om vervolgens knock-out te gaan. Ik was heel even weg, maar niet lang genoeg om naar een ziekenhuis te moeten of iets dergelijks. Bij thuiskomst vertelde ik mijn man wat er was gebeurd en tijdens het vertellen voelde ik me niet goed worden. Hij legde me op de bank en ik kon niets meer bewegen. Mijn handen en voeten leken als lood, ze waren met geen mogelijkheid op te tillen en ik had het vreselijk koud. Mijn man wilde een deken over me heen leggen maar dit deed pijn. Het voelde zwaar. Mijn man belde de huisartsenpost, waar ze hem niet verder konden/wilden helpen omdat het volgens hun niet verklaarbaar was. Na ongeveer 3 uur kwam mijn gevoel weer terug.
Sindsdien heb ik constant last van een tintelnek en tintelhanden. Fysiotherapie hielp niet want zelfs het strelen van de nek is pijnlijk en ik kreeg alleen maar meer last van mijn nek en tintelhanden. Ik ben toen doorgestuurd naar de neuroloog. Daar hebben ze testen gedaan en een MRI scan gemaakt. Hier kwam uit dat ik een nekhernia en het carpaaltunnelsyndroom zou hebben. Ook zou ik door de klap een whiplash hebben. De diagnose was dat de nekklachten niet te behandelen zijn. Een nekhernia wordt alleen behandeld als er sprake is van uitvalsverschijnselen. Dus de behandeling zou zich volledig gaan richten op mijn polsen. De neuroloog heeft me een injectie gegeven in mijn rechterpols die de klachten van het tunnelsyndroom tijdelijk zou moeten verhelpen, maar dat verergerde de pijn in mijn hand alleen maar. Daardoor kon ik helemaal niets meer doen met mijn rechterhand. Ik kon zelfs mijn kinderen niet meer optillen. Tevens was ik ‘s nachts meer wakker dan dat ik sliep omdat ik zo’n last had van slaaphanden. Door het slaapgebrek kon ik ook mijn kinderen en man niet meer verdragen.
Na meerdere neurologen gezien te hebben, zei een moeder op het schoolplein tegen me dat ik het bij een osteopaat maar eens moest proberen. Zij had daar heel goede ervaringen mee. Voor het capaaltunnelsyndroom stond een operatie gepland, maar ik was er van overtuigd dat ik het syndroom niet had, maar dat het vanuit mijn nek kwam. Immers, ik heb een klap op mijn hoofd gekregen en direct daarna last van mijn polsen. Deze overtuiging werd mede gevoed door het averechtse effect dat de injectie had. Ook de osteopate raadde me sterk af om te opereren omdat dit naar haar mening de pols juist onbruikbaar zou maken. De osteopate die mij heeft gezien, heeft mij goed op weg kunnen helpen, maar op een zeker moment gaf zij aan dat zij mij niet kon verder helpen. Zij gaf als advies om neuraaltherapie te proberen. Ze had mij het één en ander daar oververteld en ik dacht: “baat het niet schaadt het niet”. De reguliere zorg bood wat mij betreft geen werkende oplossing. Omdat ik al heel goede ervaring had met dr. X, ben ik bij hem terecht gekomen. De eerste afspraak was een intake gesprek. Tijdens dit gesprek werd mij verteld wat ik kon verwachten of niet. Ik kreeg een test injectie om te kijken of ik allergisch zou zijn voor het middel dat zou worden gebruikt. Toen de eerste echte afspraak zich aandiende, ging ik er met frisse tegenzin naar toe. Ik was ook sceptisch. Eerst zien en dan geloven. Dr. X begon en na 4 injecties dacht ik: hij zal zo wel klaar zijn want het zouden een paar prikjes zijn. Maar nee, een paar waren niet 4 of 8, maar 20 injecties. In het begin kwam ik één keer in de week. Na de 2de behandeling merkte ik het effect. Ik sliep weer ‘s nachts omdat mijn handen niet meer tintelden. Ik heb inmiddels zo’n 8 behandelingen gehad en ik zal er zeker nog wel een paar te gaan hebben, maar het gaat zo goed dat ik ook een paar behandelingen heb kunnen annuleren. Ik kan weer achter de computer zitten en weer typen en muizen, ik kan weer met mijn kinderen spelen, ik ben ook weer aan het sporten ( dit nog niet op mijn oude niveau, maar ik kan weer wat doen!) Ik ben dus heel blij dat ik op het spoor van de neuraaltherapie ben gezet. Deze therapie verdient het om meer bekendheid te krijgen. Daarom wil ik ook graag mijn verhaal op het internet kwijt.