In de praktijk wordt neuraaltherapie vooral gebruikt bij chronische aandoeningen. De hoofdreden is, dat neuraaltherapie maar door een kleine groep gespecialiseerde artsen wordt uitgeoefend, terwijl acute aandoeningen vooral worden behandeld door huisartsen, eerste hulp artsen en specialisten in het ziekenhuis, waarvan de meesten met neuraaltherapie onvoldoende bekend zijn. Maar ook bij acute aandoeningen is neuraaltherapie vaak erg behulpzaam. Daarbij worden de klachten, vooral pijn, bestreden. Maar soms kan ook het genezingsproces bevorderd worden, waardoor iemand korter ziek is. Hieronder volgen enkele voorbeelden:
Spit
Hierbij krijgt iemand van de een op de andere seconde forse rugpijn; ‘het schiet erin’. Het kan zo ernstig zijn, dat de patiënt dagen niet op of neer kan en in bed moet blijven. Meestal is er sprake van een spierscheurtje of een overbelasting van een ruggewricht. In de loop van een paar dagen tot weken verdwijnt de pijn weer langzamerhand. Als neuraaltherapie binnen 24 uur wordt toegepast zijn de klachten meestal direct en volledig of grotendeels verdwenen. Dit bespaart de patiënt een hoop ellende. Na die 24 uur zijn er vaak 2 of 3 behandelingen nodig, maar ook dan wordt de pijnperiode verlicht en verkort.
Sportletsels
Hiervoor geldt hetzelfde als hierboven vermeld onder 'spit'. Wel moet er natuurlijk eerst goed door een arts bekeken worden of er niet echt iets kapot is. Bij een kneuzing, bloeduitstorting of verrekking, waarbij het spier-,band-, of spierweefsel wel geïrriteerd is, maar niet echt kapot, kan neuraaltherapie de pijn verlichten en het genezingsproces bespoedigen. Sporters kunnen de training weer eerder oppakken, waardoor ze eerder inzetbaar zijn en minder restschade (zoals spierzwakte door het gebrek aan training) oplopen. Vooral topsporters vinden dit belangrijk.
Hersenschudding en/of hersenkneuzing
Na een forse botsing met het hoofd kan door de doorgemaakte versnelling van het hoofd niet alleen een beschadiging van de schedel zelf optreden, maar ook kleine bloedinkjes en irritaties in de hersenvliezen en het hersenweefsel zelf. Uiteindelijk geneest dat vanzelf, maar de hersenschudding kan enkele dagen tot weken gepaard gaan met forse hoofdpijn, misselijkheid, braken en concentratiestoornissen. Neuraaltherapie kan het genezingsproces verkorten en de klachten verminderen.
Wonden
Hierbij is een deel van het weefsel kapot gegaan, door bv ongeval, operatie, fractuur, bevriezing, brandwond of infectie. Een wond kan zichtbaar zijn als ook de huid kapot is, maar soms is een wond niet zichtbaar, bv. Na een stomp trauma. Een wond is een "gat" in het gezonde weefsel. Alle wonden genezen met littekenweefsel waardoor dit "gat" wordt opgevuld. Meestal gaat dat goed. Bij een kleine groep mensen ontstaat er echter een stoorveld*. Mensen bij wie de wond niet geneest 'zoals het zou moeten', en mensen die in het verleden al eens een stoorveld gehad hebben zijn gebaat bij neuraaltherapie om het ontstaan van een stoorveld te voorkomen en de genezing normaal te laten verlopen. Neuraaltherapie is in staat om, zoals neuraaltherapeuten dat noemen 'het natuurlijk beloop van de wondgenezing te optimaliseren'.
Astma aanval en status astmaticus
Bij mensen met astma reageert het slijmvlies van de luchtwegen overactief. Het slijmvlies van de luchtwegen beschermt de luchtwegen tegen schadelijke prikkels, bv rook, schadelijke gassen, bacteriën en virussen. Bij een astmapatiënt reageert het slijmvlies veel heftiger dan bij anderen. Een kleine prikkel, soms ook een emotie, kan al voldoende zijn om een plotselinge astma-aanval te krijgen, waarbij de patiënt plotseling heftig benauwd wordt. Soms helpt een pufje van een inhaler, maar niet altijd. In dat geval is een juist toegepaste neuraaltherapeutische behandeling vaak in staat om de aanval direct terug te dringen. Soms kan een ziekenhuisopname daarmee voorkomen worden.
Hyperventilatieaanval
Soms kan iemand het acuut benauwd krijgen door een overdreven angstaanval, en gaat de patiënt 'verkeerd ademen'. Neuraaltherapie kan een heel effectieve methode zijn om zo'n aanval direct te stoppen.
Insectenbeet, slangenbeet
Door de wijze waarop het autonome of vegetatieve zenuwstelsel reageert op een beet van bijvoorbeeld een wesp ontstaan de problemen. De ene persoon reageert met een rode plek van zo'n 5 cm in doorsnede, die binnen een aantal dagen weer weg is. De ander reageert met een massieve zwelling (oedeem, roodheid en weefselverharding) (infiltraat). Na dagen worden de klachten wel minder maar zijn zeker niet weg.
Nog een ander raakt na een beet al snel in een shocktoestand en moet ogenblikkelijk behandeld worden in het ziekenhuis.
Met name in de laatste twee gevallen kan de "over"- reactie van het vegetatieve zenuwstelsel worden voorkomen met neuraaltherapie.
Het toedienen van een beetje procaïne op de plaats van de beet kan al veel doen, en zo’n overreactie voorkomen - het moet echter wel binnen 10 minuten gebeuren.
In Zuid-Amerika, waar veel artsen zijn opgeleid in de neuraaltherapie, is nogal wat ervaring opgedaan met de behandeling van slangenbeten door middel van neuraaltherapie. Ook hierbij geldt dat er snel na de beet moet worden behandeld.
Neuraaltherapie is ook heel goed inzetbaar bij aandoeningen die vrijwel uitsluitend in het ziekenhuis worden behandeld**. In Nederland is hier vrijwel geen ervaring mee omdat er bijna geen ziekenhuisspecialisten zijn die opgeleid zijn in het vak van neuraaltherapie.
Voor de volledigheid willen we deze toestandsbeelden of diagnoses wel noemen:
- Hersenbloeding of herseninfarct
- Hartinfarct en hartritmestoornissen
- Longembolie
- Plotselinge afsluiting van een slagader
- Paralytische ileus
- Acute pancreatitis
Deze lijst is probleemloos langer te maken: alle toestandsbeelden waar het vegetatieve zenuwstelsel bij betrokken is kunnen met neuraaltherapie, als aanvullende of complementaire behandelwijze, worden behandeld.
**bron: Freudenstädter Vorträge, Band 16. onder redactie van Peter Dosch/ Hans Barop/ Johann Diederich Hahn-Godeffreoy. ISBN 3-8304-7135-1